Het betreffende perceel bevindt zich op de hoek van de Nijverheidstraat en de Grote Nieuwedijkstraat. Beide straten (evenals de meeste straten in de directe omgeving) typeren zich door een hoofdzakelijke bebouwing van rijwoningen en arbeiderswoningen met hier en daar enkele appartementen. De bebouwing in de directe omgeving is ook vrij homogeen qua vorm, het is te zeggen, kroonlijsten en dakvormen sluiten over het algemeen over grote lengtes op elkaar aan en vele woningen zijn duidelijk ook gelijktijdig opgetrokken (arbeiderswoningen) en zijn dus vrijwel identiek. Te midden van deze bebouwing dient het nieuwe 'hoekgebouw' zich te positioneren. Het feit dat het zich op een hoek bevindt is hierbij cruciaal. Los van de planmatige gevolgen (licht, circulatie, ...) heeft dit ook een stedenbouwkundig belang op schaal van de buurt. Op schaal van een buurt spelen de hoeken immers een belangrijke rol op vlak van 'herkenbaarheid' en oriëntatie binnen de buurt. Het hoekgebouw vormt immers letterlijk de start van een nieuwe straat. De inplanting van een nieuw gebouw binnen een bestaande straat, buurt, wijk kan, indien voldoende kwalitatief, steeds aanleiding geven tot een verdere aanpak, ontwikkeling of opwaardering van de bebouwing in de onmiddellijke omgeving. Een soort van' inspiratie' of 'voorbeeld van wat mogelijk is' als het ware. Het gebouw bestaat uit 9 huurappartementen, hoofdzakelijk gericht op oudere bewoners. De twee gelijkvloerse appartementen zijn ruimer en zijn aangepast aan rolstoelgebruikers. Centraal op het gelijkvloers bevindt er zich een open doorsteek. Deze geeft toegang tot de inkomhal, de fietsenbergingen (en scootmobiels) en ontsluit ook de twee tuintjes van de gelijkvloerse appartementen. Bovendien kan er in deze doorsteek tijdelijk een wagen worden geparkeerd om bijvoorbeeld een andersvalide bewoners op te pikken of om te laden en te lossen. Alle appartementen zijn doorzonwoningen en worden ontsloten via één centrale lift en trappenhal.